We kennen het allemaal: je zit in een overleg of OR-vergadering, je hoofd vol gedachten en vragen, maar zodra het moment daar is, stel je een vraag. In de hoop dat de bestuurder, manager of collega daarop reageert zoals jij wilt. Maar wat als die ander niet weet wat jij belangrijk vindt? Wat als je vraag alleen maar leidt tot een antwoord dat nauwelijks aansluit op jouw echte zorgen?
Het is tijd om het over een andere boeg te gooien. Durf te stellen in plaats van te vragen. Neem een voorlopig standpunt in ook als je informatie nog niet volledig is.
Stel je voor: er is een verandering op komst in je organisatie. Je voelt dat er meer speelt dan alleen de beleidsstukken of de officiële communicatie. Misschien is de informatie fragmentarisch, zijn de details nog niet tot in de puntjes uitgewerkt. De verleiding is groot om vragen te stellen: “Hoe gaat dit precies uitpakken?” of “Wat betekent dit voor onze collega’s?”
Maar door enkel vragen te stellen, lever je de regie over het gesprek in. Je maakt je afhankelijk van het antwoord van de ander en die weet vaak niet waar jouw echte zorgen of waarden liggen. Jouw mening te weten komen is immers de reden dat diegene überhaupt met je praat. Door een voorlopig standpunt te formuleren en te delen, geef je richting aan het gesprek en maak je duidelijk wat voor jou als OR of OR-lid essentieel is.
Een voorlopig standpunt is geen eindpunt of definitief oordeel, maar een heldere stelling gebaseerd op de informatie die je tot nu toe hebt. Dit kan expliciet: “Wij vinden het belangrijk dat bij deze verandering het welzijn van medewerkers centraal blijft staan, ook al weten we nog niet alle details.” Zo’n uiting laat zien waar je als groep voor staat, zonder dat je alle antwoorden hoeft te hebben.
Door een stelling te poneren in plaats van een vraag te stellen:
• Bepaal je zelf de richting van het gesprek en laat je zien wat je belangrijk vindt.
• Nodig je jouw gesprekspartner uit om te reageren op wat voor jou echt telt, in plaats van een open antwoord te geven waar je weinig mee kunt.
• Maak je duidelijk waar jouw standpunt op gebaseerd is en spoor je anderen aan om ontbrekende informatie aan te vullen.
Een van de meest onderschatte krachten in een gesprek is stilte. Nadat je je voorlopig standpunt hebt gedeeld, is het verleidelijk om meteen het gesprek weer op te pakken, te nuanceren of uit te leggen. Toch is het juist waardevol om even stil te blijven. Geef je gesprekspartner de ruimte om na te denken en te reageren. Stilte dwingt tot reflectie en kan leiden tot eerlijke, diepere antwoorden.
Neem een voorbeeld uit de ondernemingsraad of een overleg. Je wilt weten of een geplande reorganisatie voldoende rekening houdt met de werkdruk. In plaats van te vragen: “Is er genoeg aandacht voor werkdruk?” kun je stellen: “Wij vinden het essentieel dat de werkdruk niet verder toeneemt en verwachten dat de maatregelen hierop zijn afgestemd.” En dan: even stil zijn.
Nu is het aan de ander. Door je punt zo duidelijk te maken, creëer je ruimte voor een inhoudelijk gesprek. Je gesprekspartner weet nu precies wat voor jou telt en kan daarop reageren, in plaats van te gissen naar jouw intenties.
Door te werken met deze aanpak, leg je de basis voor een open en constructieve dialoog. Je standpunt is zichtbaar, inclusief de onderbouwing en de onzekerheden die erbij horen. Het nodigt de ander uit hetzelfde te doen. Zo ontstaat er geen debat vol losse meningen, maar een echte uitwisseling van perspectieven, waarbij gezamenlijk wordt gezocht naar aanvullende informatie en nieuwe inzichten.
Durf dus te stellen, zelfs als je nog niet alles weet. Neem een voorlopig standpunt in en laat merken wat je belangrijk vindt. Geef je gesprekspartner de ruimte om daarop te reageren, en wees niet bang voor de stilte die daarna valt. Juist die stilte maakt duidelijk dat jouw mening ertoe doet en dat je openstaat voor dialoog. Zo maak je van elk overleg een samenspel van begrip, invloed en gezamenlijke besluitvorming.