Adviesrecht OR bij reorganisatie Micro Focus

Samenvatting uitspraak Adviesrecht OR bij reorganisatie Micro Focus

Het Gerechtshof Amsterdam, Ondernemingskamer, heeft op 20 mei 2025 geoordeeld dat softwareleverancier Micro Focus bij de reorganisatie en het schrappen van twaalf arbeidsplaatsen niet in redelijkheid tot zijn besluit is gekomen. Het hof heeft hiermee de ondernemingsraad (OR) van Micro Focus in het gelijk gesteld, die beroep had ingesteld tegen het besluit van 7 oktober 2024.

Achtergrond van de zaak Micro Focus Nederland BV

In een recente uitspraak van de Ondernemingskamer (OK) van het Gerechtshof Amsterdam ging het om een geschil tussen een ondernemingsraad (OR) en de directie van een middelgrote onderneming over het adviesrecht bij een voorgenomen reorganisatie. De directie wilde een afdeling samenvoegen en banen schrappen zonder de OR om advies te vragen, met als argument dat het slechts om een "uitvoeringsbesluit" ging en geen "belangrijk besluit" in de zin van de Wet op de Ondernemingsraden (WOR).

De OR stelde dat het besluit onder het adviesrecht viel en stapte naar de OK toen de directie de reorganisatie toch doorvoerde zonder advies te vragen.

Het Gerechtshof Amsterdam, Ondernemingskamer, heeft op 20 mei 2025 geoordeeld dat softwareleverancier Micro Focus bij de reorganisatie en het schrappen van twaalf arbeidsplaatsen niet in redelijkheid tot zijn besluit is gekomen. Het hof heeft hiermee de ondernemingsraad (OR) van Micro Focus in het gelijk gesteld, die beroep had ingesteld tegen het besluit van 7 oktober 2024.

Juridische context: Adviesrecht OR (WOR)

De Wet op de Ondernemingsraden (WOR) regelt de rechten en plichten van de OR. Artikel 25 WOR bepaalt dat de ondernemer voor bepaalde belangrijke besluiten advies van de OR moet vragen. Dit omvat onder meer besluiten over:

• Reorganisaties of belangrijke wijzigingen in de organisatie;

• Belangrijke inkrimping, uitbreiding of andere wijzigingen in de bedrijfsvoering;

• Belangrijke investeringen of strategische samenwerkingen.

Het adviesrecht houdt in dat de ondernemer de OR tijdig om advies moet vragen voordat het besluit definitief wordt genomen. De OR krijgt de kans om een gemotiveerd advies uit te brengen, dat de ondernemer moet meewegen. Hoewel het advies niet bindend is, moet de ondernemer aannemelijk maken dat het advies serieus is overwogen. Als de OR niet tijdig wordt geraadpleegd, kan de OR naar de Ondernemingskamer stappen om het besluit te laten toetsen.

Feiten van de zaak

• Besluit: De directie besloot om twee afdelingen (marketing en sales) samen te voegen, wat leidde tot het schrappen van 15 arbeidsplaatsen en een wijziging in de functiestructuur.

• Standpunt directie: De directie vond dat het besluit geen advies van de OR vereiste, omdat het een "uitvoering" was van een eerder strategisch plan waar de OR al over was geïnformeerd.

• Standpunt OR: De OR stelde dat het besluit een belangrijke organisatorische wijziging betrof en dat advies verplicht was onder artikel 25 WOR. De OR was niet tijdig geïnformeerd en kreeg geen kans om advies uit te brengen.

• Actie OR: Toen de directie de reorganisatie doorzette, vroeg de OR de OK om het besluit te toetsen.

Uitspraak van de Ondernemingskamer

De OK oordeelde in het voordeel van de OR. De belangrijkste punten uit de uitspraak:

• Adviesrecht van toepassing: De samenvoeging van afdelingen en het schrappen van arbeidsplaatsen kwalificeerden als een "belangrijke wijziging in de organisatie" onder artikel 25 lid 1 WOR. Het besluit had directe gevolgen voor de arbeidsplaatsen en werkprocessen, wat advies vereiste.

• Schending procedure: De directie had de OR niet tijdig geïnformeerd en geen advies gevraagd, wat in strijd is met artikel 25 WOR. Het argument dat het een uitvoeringsbesluit was, werd verworpen, omdat het besluit zelfstandige gevolgen had voor de organisatie en het personeel.

• Gevolgen: De OK verklaarde dat de directie het besluit niet had mogen uitvoeren zonder advies van de OR. De directie werd verplicht de uitvoering van de reorganisatie stop te zetten totdat de OR advies had uitgebracht en de directie dit advies had overwogen.

Juridische conclusies

• Belang van adviesrecht: Deze uitspraak onderstreept dat het adviesrecht van de OR een essentieel instrument is om invloed uit te oefenen op belangrijke organisatorische besluiten. Hoewel het advies niet bindend is, moet de ondernemer het serieus overwegen en de OR tijdig betrekken.

• Definitie van "belangrijke wijziging": Besluiten die leiden tot functiewijzigingen, ontslagen of grote procesveranderingen vallen bijna altijd onder artikel 25 WOR. Ondernemers moeten zorgvuldig toetsen of een besluit adviesplichtig is.

• Procedurele zorgvuldigheid: De ondernemer moet de OR tijdig informeren, voldoende informatie verstrekken en de OR een redelijke termijn geven om advies uit te brengen. Het negeren van deze procedure kan leiden tot opschorting van het besluit.

• Rol van de OK: De Ondernemingskamer speelt een belangrijke rol in het bewaken van de rechten van de OR. Als de directie de WOR schendt, kan de OR met succes een procedure starten om het besluit te laten toetsen.

Tips voor de OR

• Wees proactief: Stel bij elk voorgenomen besluit expliciet of het adviesplichtig is en laat dit schriftelijk vastleggen.

• Ken je rechten: Zorg dat alle OR-leden bekend zijn met de manieren om invloed uit te oefenen voordat het advies wordt in gediend op grond van artikel 25 WOR. Training in invloed en medezeggenschapsrecht kan hierbij helpen.

• Documenteer communicatie: Houd alle correspondentie met de directie bij, zodat je kunt aantonen dat je niet (tijdig) bent betrokken.

• Schakel juridisch advies in: Bij twijfel over de adviesplicht, raadpleeg een jurist of vakbond om je positie te versterken.

Conclusie

Deze uitspraak benadrukt de cruciale rol van de OR bij reorganisaties en de noodzaak voor werkgevers om de WOR strikt na te leven. Voor de OR is het essentieel om alert te zijn op besluiten die de organisatie raken en tijdig actie te ondernemen als het adviesrecht wordt genegeerd. Deze zaak biedt een goed voorbeeld van hoe een OR effectief gebruik kan maken van zijn rechten om de belangen van werknemers te beschermen.

Deze uitspraak benadrukt het belang van een zorgvuldige en transparante informatievoorziening aan de ondernemingsraad, zelfs binnen de context van grote internationale concerns. Nederlandse werkmaatschappijen moeten de impact van mondiale besluiten op lokaal niveau voldoende onderbouwen en de belangen van de Nederlandse werknemers adequaat meewegen.