Er is een uitspraak die blijft hangen: ‘Angst maakt ons egoïstisch’. Het klinkt hard, misschien zelfs veroordelend, maar wat als het waar is? Wat als veel van wat we tegenwoordig zien als “individualisering” niet zozeer voortkomt uit onverschilligheid of egocentrisme, maar uit iets veel fundamentelers: angst.
Angst is een oeroud overlevingsmechanisme. Zodra ons brein gevaar registreert, neemt het lichaam het over. Het bloed stroomt naar de spieren, klaar om te vechten of te vluchten. Maar wat als geen van beide opties mogelijk is? Wat als we in een situatie zitten waarin we niet kunnen vechten, niet kunnen vluchten, alleen maar kunnen bevriezen?
Dan trekken we ons terug. Niet alleen fysiek, maar ook mentaal en sociaal. We keren naar binnen, naar dat wat we nog kunnen beheersen: onszelf, onze spullen, ons veilige hoekje in de wereld. En dat lijkt, van buitenaf, op egoïsme.
We leven in een tijd waarin we dagelijks geconfronteerd worden met dreiging: oorlog, klimaatverandering, economische onzekerheid, polarisatie. Via het nieuws en sociale media worden we overspoeld met verhalen over gevaar. Het gevolg? Een sluimerende angst die we zelden bewust voelen, maar die voortdurend op de achtergrond aanwezig is.
Vechten heeft geen duidelijk doel, tegen wie dan precies? Vluchten heeft geen bestemming, waarheen dan?
En dus trekken we ons terug in onze kleine, beheersbare werelden. We richten ons op wat van “ons” is: ons huis, onze familie, onze meningen, onze comfortzone. Zonder dat we het doorhebben, verdwijnt het besef van het grotere geheel. We verliezen de neiging om samen te handelen, omdat collectief gedrag vraagt om vertrouwen, en angst sluit vertrouwen uit.
Neurologisch gezien is angst verlammend. In een toestand van angst stopt ons creatieve denken. Het bloed verlaat de hersenen en gaat naar het lichaam, klaar om te overleven, niet om te reflecteren. Dat verklaart waarom mensen in angst minder nadenken over lange termijn, over gemeenschap, over solidariteit. Ze kunnen het simpelweg niet. Niet omdat ze niet willen, maar omdat hun brein in overlevingsstand staat.
Als collectieve angst zich vertaalt naar individueel overlevingsgedrag, ontstaat een samenleving die zich voortdurend in een soort freeze bevindt. Mensen sluiten zich af, raken gedissocieerd van de werkelijkheid, alsof er twee lagen naast elkaar bestaan: de buitenwereld vol dreiging en de binnenwereld waar we proberen te schuilen.
We noemen dat individualisering, maar eigenlijk is het collectieve verstarring. Het is niet dat mensen geen solidariteit willen voelen, ze kunnen het vaak niet meer. Angst maakt de wereld te groot, te onveilig, en dus verkleinen we hem tot iets dat te dragen is.
De eerste stap om hieruit te komen is bewustwording. Als we begrijpen dat veel egoïstisch gedrag voortkomt uit angst, kunnen we er anders naar kijken, met minder oordeel en meer mededogen.
We kunnen onszelf vragen stellen:
- Is mijn angst reëel, of wordt hij gevoed door beelden, verhalen, verwachtingen?
- Wat gebeurt er in mijn lichaam als ik me onveilig voel?
- Kan ik, ondanks mijn angst, nog contact maken met anderen?
Door die vragen te stellen, creëren we ruimte tussen de angst en onze reactie. En in die ruimte ontstaat iets kostbaars: keuze. De keuze om niet te verstarren. De keuze om te verbinden. De keuze om te vertrouwen, zelfs als dat spannend is.
Zoals yin en yang elkaar in evenwicht houden, is er in elke angst ook een mogelijkheid tot moed. In elk zwart vlak zit een wit puntje, een herinnering dat er altijd een weg terug is naar verbinding.
Als we onze angst niet ontkennen, maar begrijpen, ontdekken we dat we nog steeds in staat zijn om te voelen, te creëren en samen te werken. Dan zien we dat achter het egoïsme geen onverschilligheid schuilt, maar een mens die probeert te overleven.
Als we erkennen dat angst ons egoïstisch maakt, opent dat niet alleen begrip, maar ook een weg eruit. Bewustwording is de eerste stap naar keuzevrijheid. Zolang we niet doorhebben dat angst aan het stuur zit, denken we dat we “gewoon zo zijn”, gesloten, moe, op onszelf gericht. Maar zodra we het herkennen, kunnen we iets anders doen.
We kunnen beginnen met vertragen. Met luisteren naar wat er werkelijk speelt, in onszelf en bij de ander. We kunnen onszelf toestaan om even niets te doen, om te voelen waar de spanning zit, zonder die meteen te willen oplossen. Want op het moment dat je voelt waar de angst zich bevindt, hoef je er niet langer door geleid te worden.
Daarna komt de beweging naar buiten. Een gesprek aangaan. Iets delen. Een hand uitsteken. Niet groot, niet heroïsch, juist klein en tastbaar. Een ontmoeting met iemand uit je straat, een gesprek met een collega, samen iets ondernemen zonder dat het perfect hoeft te zijn. Verbinding is geen groot maatschappelijk project; het begint bij één mens die bereid is de muur iets te laten zakken.
En wat er dan gebeurt, is bijna vanzelfsprekend: door contact te maken, herinnert het lichaam zich dat het veilig kan zijn. De angst zakt, het denken komt weer op gang, creativiteit en vertrouwen keren terug. Zo ontstaat er ruimte, in jezelf én tussen mensen.
Dat is wat er wél kan. Niet door angst te negeren, maar door hem te erkennen als onderdeel van ons mens-zijn. Niet door de wereld te willen controleren, maar door elkaar weer te durven ontmoeten. In die ontmoeting ligt de beweging van overleven naar leven, van angst naar aanwezigheid, van ik naar wij.
Reacties worden op prijs gesteld!
HBU Training en Advies
Karel Doormanlaan 187
3572 NV Utrecht
KvK nummer: 64897710
BTW nummer: NL176472538B01
© 2025 HBU Training en Advies
HBU Training & Advies